Inzicht in de biomechanische effecten van Hallux Limitus
Gezien de veelzijdige aard van de aandoening bewegingsbeperkte grote teen (hallux limitus), is een goed begrip van het onderwerp essentieel voor iedereen die de voeten behandelt. Inderdaad, hallux limitus maakt deel uit van de discussie voor een verscheidenheid van aandoeningen, waaronder stijve grote teen (hallux rigidus), scheve grote teen (hallux valgus), artritis of artrose van het eerste grote teengewricht, en hypermobiliteit van de eerste straal (verlengde van grote teen samen met grote teen). Er zijn talloze behandelingsoplossingen voor hallux-limitus, afhankelijk van de aard van de ziekte (pathologie).
Kan men een idee krijgen van de variëteit aan onderwerpen gerelateerd aan hallux limitus? Is er een gemeenschappelijke bron van deze pathologie? Als we meer weten over hallux limitus, is er dan een manier om behandeling in de praktijk te verbeteren? Kunnen we het op zijn minst eens worden over een gemeenschappelijke terminologie en definitie?
Laten we, om een aantal van deze vragen aan te pakken, de terminologie en het ziektemechanisme naar misvorming nader beschouwen, en gerelateerd onderzoek herzien, dat een impact heeft op de behandeling van hallux limitus. Ik zal ook proberen de invloed van het ziektemechanisme op het grote teen gewricht uit te leggen. Dit zal iemand helpen om de misvormingen van hallux rigidus (HR) en hallux abducto valgus (HAV) en de gerelateerde problemen met wonden onder de hallux, terugkerende bunions(bult aan de binnenzijde van het grote teengewricht) beter te begrijpen.
Het definiëren van Hallux Limitus
Met betrekking tot hallux limitus zijn er eigenlijk twee verschillende pathologieën: structurele hallux limitus en functionele hallux limitus.
De term structurele hallux-limitus (SHL) verwijst naar een pathologie waarbij sprake is van het ontbreken van buigmogelijkheid(dorsiflexie) van de hallux naar boven, zowel als iemand op de grond staat als dat de hallux niet op de grond rust. Structurele hallux-limiet komt meestal voort uit een ongeluk (trauma) dat het gewricht verstoort, de beweging consequent beperkt en meestal snel voortschrijdt tot de misvorming van hallux rigidus.
De andere hallux limitus pathologie is functionele hallux limitus (FHL). Deze pathologie, voor het eerst beschreven in 1972, vertoont een normaal bereik van grote teen buiging (hallux-dorsiflexie) als men niet op de grote teen staat, maar er is een dramatische afname van hallux-dorsiflexie tijdens belasting, zoals staan, lopen of rennen.
Hedendaagse literatuur definieert deze limieten als groter dan 50 graden dorsiflexie niet belast, maar minder dan 12 graden als voet belast is. Weten we wat dit mysterie van twee verschillende bewegingsuitslagen van hetzelfde gewricht veroorzaakt? Nee. We hebben echter aanwijzingen die het voorspelbaar en omkeerbaar maken.
Hoe de pathologie voortschrijdt tot misvorming
Houd er rekening mee dat ik voorzichtig ben geweest om onderscheid te maken tussen pathologie en misvorming. We zijn nog niet begonnen te praten over oorsprong. Men kan zowel SHL als FHL beschouwen als pathologieën die overgaan in misvormingen. Structurele hallux-limitus gaat altijd over in de deformiteit van hallux rigidus en FHL ontwikkelt zich tot hallux rigidus of hallux valgus. Het gemeenschappelijke kenmerk van beide pathologieën is het verminderde vermogen om het grote teengewricht naar boven te buigen, wanneer de hiel tijdens het lopen van de grond komt, waardoor het gewricht gedwongen wordt te bewegen terwijl er beperkte bewegingsmogelijkheid bestaat. Dit veroorzaakt de verslechtering van de gewrichtsoppervlakken in het grote teengewricht door verhoogde druk en spanning, dat weer leidt tot vermindering van het kraakbeen, ontsteking in het gewricht en botwoekering in het gewricht.
Het is gemakkelijk zich deze voortschrijdende verslechtering van structurele hallux-limitus voor te stellen vanuit een botbreuk van de grote teen of langdurige blootstelling aan artrose of artritis, maar hoe verloopt de overgang van functionele hallux-limiet naar hallux-valgus?
Hallux valgus en hallux rigidus zijn beide misvormingen die voortkomen uit de effecten van de pathologie van functionele hallux limitus.
Alleen focussen op misvorming zonder aandacht voor de oorspronkelijke pathologie leidt vaak tot een herhaling van het oorspronkelijke probleem na de behandeling.
Wat het onderzoek onthult over de biomechanische impact
Velen hebben de mechanica van FHL de afgelopen tien jaar en een half onderzocht, en hebben theorieën geformuleerd over de normale en abnormale mechanismen van het grote teengewricht. Onderzoekers hebben echter pas onlangs experimenten gepubliceerd die het proces duidelijk verklaren.
Het is eenvoudig om de mechanica te begrijpen van hoe een ongeluk hallux-dorsiflexie in SHL kan beperken. Kraakbeendegeneratie, botvermindering en botuitstulpingen in het gewricht zijn allemaal logische gevolgen van een ongeval. Hoe kan een gewricht een beperkt bewegingsbereik hebben wanneer een patiënt staat, maar een volledig bewegingsbereik heeft wanneer de voet niet-dragende is?
Dit fenomeen van FHL als een pathologie was het onderwerp van een experiment gepubliceerd in 1996. De hypothese van het onderzoek was dat het bot van de grote teen in het grote teengewricht zich naar beneden bewoog in het grote teengewricht terwijl het eerste middenvoetsbeentje naar boven beweegt, waardoor het gewricht vastloopt. Hoe meer het eerste middenvoetsbeen naar boven staat, hoe minder de grote teen in het grote teengewricht naar boven gedraaid kan worden. Eigenlijk gebeurde dit niet bij slechts enkele van de patiënten in het experiment, maar bij elk van hen. Elke normale voet kan FHL krijgen door de eerste straal naar boven te laten bewegen. 8 mm. verheffing van de eerste straal/eerste middenvoetsbeentje produceerde gemiddelde 35 procent buigingsafname van de grote teen.
Wat kan de eerste straal dorsiflexie veroorzaken bij patiënten met FHL? Vele jaren dachten onderzoekers dat het “pronatie” en “hypermobiliteit” van de eerste straal (grote teen en het verlengde ervan in de voet)was. Als het pronatie was, waarom toont dan niet iedereen die maximaal geprononceerd is FHL? Waarom tonen sommige patiënten die niet maximaal geproneerd zijn FHL aan? Verder, als FHL de voorloper is van HAV en HR, waarom ontwikkelen niet alle geproneerde voeten een zekere mate van hallux abducto valgus of hallux rigidus?
De huidige theorie van de pathomechanica of oorsprong van HAV en HR biedt pronatie als de eenvoudige oorzaak van de misvormingen en stelt drie voettypen voor die de reactieve grondreactiekrachten onder het grote teengewricht verhogen en vervolgens de eerste straal naar boven duwen.
Deze voettypen omvatten naar binnen gekanteld hielbeen, flexibele naar binnen gekantelde voorvoet en naar beneden staande 1e straal(holvoet). Deze drie voettypes veroorzaken een grotere druk onder het grote teen gewricht en doen dat dat eerder tijdens de afwikkeling van de voet met meer kracht en voor een langere tijdsperiode dan bij andere voettypes.
Als deze theorie klopt, waarom ontwikkelt dan niet iedereen met deze drie voettypen FHL en vervolgens HAV en HR? Dit is waar de flexibiliteit van de gewrichten in het middengedeelte van de voet een rol speelt. Wanneer de grondreactiekracht van de drie voettypen de eerste straal probeert te dorsaalflexeren, klapt soms de middenvoet naar beneden in, in plaats van dat het eerste middenvoetsbeentje naar boven gaat staan. Ja, je kunt een platvoet hebben zonder HAV of HR. Alleen voeten met de drie voettypen en stabiele middenvoetsgewrichten hebben een naar boven gebogen middenvoetsbeentje en ze hebben allemaal FHL tot op zekere hoogte.
Onderzoekers maten de druk onder de hallux bij hielheffing. Ze namen aan dat bij de aanwezigheid van hallux limitus de hiellift de druk onder de hallux verhoogt. Als de orthesen de hallux-dorsiflexie verhoogden, dan zou er minder druk onder de hallux bij het opheffen van de hiel zijn. De auteurs van het onderzoek gebruikten de Tekscan® binnenzool sensor om de hallux druk bij hielheffing met en zonder orthesen te meten.
De resultaten van dit experiment toonden aan dat orthesen die zijn ontworpen om het naar beneden buigen (plantarflexie) van de eerste straal tijdens het lopen te bereiken, dat 100 procent van de patiënten een toename had in de beweging van de grote teengewrichten. De grootste toename was 49 procent en de minste was 2 procent.
Die experimenten lijken te bevestigen dat de positie van de eerste straal functionele hallux limitus produceert en dit is de pathologie die hallux valgus produceert en hallux rigidus. Dit recente experiment suggereert dat dit proces omkeerbaar of ten minste verzwakt kan zijn door het naar beneden laten zakken van de eerste straal en het vergroten van de grote teenbuiging naar boven(hallux dorsiflexie).
www.podiatrytoday.com/article/7486
Inzicht in de biomechanische effecten van Hallux Limitus
Vrijdag, 08/03/07 | Uitgave nummer:Volume 20 – Nummer 8 – augustus 2007
Pagina’s: 62 – 67Auteur (s): Paul R. Scherer, DPM